Oma

3 augustus j.l. overleed ze. Mijn omaatje.
Ze was de oma van 4, maar stiekem toch vooral de mijne. Dat ik een behoorlijke kopie van haar ben, zal daar vast het een en ander mee te maken hebben.

Hoewel ze de laatste jaren regelmatig de spreekwoordelijke weg kwijt was en we elkaar niet veel gezien hebben, mis ik haar vandaag toch.
Om al die jaren daarvoor. Omdat ze mij begreep als geen ander.

Op haar begrafenis mocht ik een stukje over haar vertellen. Dat werd een heel epistel, weinig woorden is niet echt mijn ding.
Ik plaats dat ‘stukje’ ook graag hier. Een klein stukje inzicht in deze lieve, lieve vrouw. En ook een klein beetje in mij ;).

 

Mini van Ewijk - Gelderman

 

Mijn oma. Nou ja, onze oma, want ze had het voorrecht oma te zijn van vier kleinkinderen. Van elk kind twee. Maar sorry jongens, het was toch eerst mijn oma.

 

Ik ben Wendy. De dochter van Gezinus en het eerste kleinkind van Mini en Dirk-Jan.

Het enige meisje en degene die, op een paar kleine wijzigingen na, feitelijk een kopie van haar is. Al mijn onhebbelijkheden kon ik altijd heerlijk op haar afschuiven.

En waar ik vroeger altijd dacht, pfff ik lijk helemaal niet op oma, werd ik er later en ben ik er nu nog steeds, mega trots op.

De eerste herinneringen die ik aan haar heb, dankzij verhalen en foto's zijn het kijken van vogeltjes samen vanuit de keuken. Dat was namelijk haar oplossing om mij te troosten als mijn vader, haar zoon, me weer eens een tik over de vingers had gegeven. Nu lijkt mijn vader daardoor gelijk losse handjes te hebben, maar dat is niet zo.

Hij had groot gelijk. Ik had, en heb als ik eerlijk ben, de gewoonte om altijd overal aan te zitten wat ik interessant vind. En ik vind veel interessant. Ik ben namelijk nogal nieuwsgierig. En iedereen hier die oma meegemaakt heeft, begint de familie trekjes waarschijnlijk al wel te herkennen.

 

Mini van Ewijk, later Gelderman. Opgegroeid als jongste meisje van 6 kinderen. Twee jongens, vier meiden. En op een ieder was ze gek op haar eigen manier. Al had haar oudste broer Gerrit wel een heel speciaal plekje in haar hart. Begin jaren 80 verhuisden zij en opa naar Zwolle. Weg van hun geboortegrond in Veessen, op naar de 'grote' stad. Een hele onderneming. Een compleet nieuw leven opbouwen terwijl je toch al 50+ bent. Maar ze deden het. En goed ook. Tegen de tijd dat er kleinkinderen kwamen en ik me goed en wel dingen realiseerden leek het alsof ze nooit ergens anders gewoond hadden. Volledig ingeburgerd en thuis. Dat zegt veel over haar karakter. Haar veerkracht was enorm. Het zal vast niet altijd makkelijk zijn geweest, maar ze deden het maar wel mooi.

 

Oma was niet zo goed in het uiten van baar gevoelens. Zo heb ik haar nog nooit zien huilen. Niet als ze een zus of broer verloor. Niet al die keren dat opa in het zkh kwam te liggen, niet als ze er zelf lag of als ze pijn had. Ze zal vast wel eens gehuild hebben, maar het was zelden. Ze was meer het niet zeuren, maar gewoon doorgaan-type.

Liefde toonde ze door dikke knuffels en klapkussen, maar in mijn geval vooral door me te snappen. Aan te voelen wat ik leuk vond. Of fijn. Waar ik behoefte aan had.

Logeren bij opa en oma was dan ook mijn favoriete bezigheid in de vakantie. Samen grinniken om opa zijn oorverdovende gesnurk. Sinaasappels persen voor het ontbijt.

Eitje koken. En raar pittenbrood eten. Oma deed daar vaak marmelade of honing op. Ugh. Maar voor mij was er altijd hagelslag. Werden er kipschnitzels gebakken samen met sperzieboontjes of doperwten. Want dat vond ik het allerlekkerste. Dus dat aten we dan.

Bij hen mocht ik er wél om 7 uur uit op zaterdag om Telekids te kijken, oma hielp me zelfs met het zetten van de wekker. We aten samen een magnum (spreek het lekker fonetisch uit. Deed zij ook :)) bij het zwembad en ik kreeg altijd hubba bubba kauwgom bij de Albert Heijn.

Ontelbare keren gingen we naar de Apenheul en we zijn ook regelmatig bij het Dolfinarium geweest. Het speelgoed museum in Roden en ik heb denk ik alle grote speeltuinen in de omgeving van Zwolle wel gezien.

 

Oma was niet altijd gemakkelijk in de omgang. Enorm nieuwsgierig, wist altijd álles beter, had onder ons al de bijnaam dokter Gelderman en wist niet altijd goed wanneer ze moest stoppen met bemoeien. Zo wist ze altijd precies wie wat had en hoe dat zo gekomen was als opa op een zaal in het ziekenhuis lag met meerdere mensen. Ze wist precies van de hoed en de rand en verkondigde dat dan ook direct aan nieuwe mensen die op bezoek kwamen bij opa. 

Maar het was ook de vrouw die altijd voor iedereen klaar stond. Ze hielp waar ze kon. Gewenst dan wel ongewenst.

Ik kan me nog goed herinneren dat je in van die vriendinnenboekjes in moest vullen op wie je wilde lijken als je later groot was. Ik vulde in 'mijn oma of mijn tante Jeannet'. Zo verschillend en tegelijk zo hetzelfde. En waarom ik dat invulde? Omdat ze beiden voor iedereen klaar stonden. Dat wilde ik later ook.

 

Oma zong de sterren van de hemel in haar koor, paste op wanneer nodig, breidde truien op bestelling en chanteerde mijn moeder zodat ik eindelijk oorbellen kreeg voor m'n 12e verjaardag (of mijn moeder gaf ze me, of zij deed het).

En als zij en opa bij ons kwamen eten, we aten dan brood want opa en oma aten warm tussen de middag, dan mocht ik met haar theelepel door de pindakaas-pot heen.

 

Maar het mooiste geschenk wat oma me gaf was toen mijn ouders gingen scheiden.

Mijn moeder en ik waren niet echt vriendinnen op dat moment en mijn oma had wat verhalen gehoord waarin ik me niet zo netjes gedroeg.

Waar ieder ander zou denken: he, gedraag je eens, dacht oma, dit klopt niet.

Zij belde me en zei: ik heb van alles over je gehoord. En áls het al waar is, dan heb je een goede reden gehad, want jij doet niet zomaar zo.

Dus vertel het maar eens, wat is er precies aan de hand?

Door haar eigen verdriet heen, was ze er voor mij. Gaf ze mij een veilige haven. Ik was verdorie al 31, maar het gaf me de geborgenheid die ik op dat moment nodig had.

 

Waar we altijd veel lol om konden hebben was samen in de auto zitten. Opa reed namelijk nogal... Ehmmm... Voorzichtig. Ja voorzichtig is een goed woord. Oma daarentegen hield wel van een beetje gas geven. Hup hup, opschieten maar. Geduld was aan haar niet besteed. Aan mij ook niet trouwens, dus als we dan samen in de auto zaten en ik wat vlotter optrok zat ze stiekem te glunderen. En als ik me ergerde aan een rood verkeerslicht, gaf ze direct toe dat zij dat ook een hele vervelende uitvinding vond. Prima voor anderen hoor, maar wij, wij schieten graag op. Haar ergernissen over het tomeloze geduld van opa en zijn trage geloop of nou ja liever geschuifel, hadden we wederom gemeen en hebben we heel vaak om gelachen en ons samen aan geërgerd. Onze ogen rolden wat af, maar omdat we samen waren was het ook eigenlijk best prima.

 

Nadat mijn ouders gingen scheiden werd mijn vader verliefd op Dini. En om eerlijk te zijn werden opa en oma dat ook. Vol lof spraken ze over Dini. Wat vooral speciaal was vanuit oma. Gezinus was altijd haar jochie gebleven en het idee dat hij niet altijd gelukkig was geweest vond ze moeilijk te verteren. Des te gelukkiger was ze toen hij wel weer gelukkig werd en ze de dame in kwestie ook nog eens heel erg leuk vond. Dini, dank je wel voor alles wat je voor haar deed. Ze was dol op je.

En toen Dini en Gezinus ook nog eens een klein hondje namen was ze helemaal gelukkig. Als Albert, de hond dus, er was ging ze rustig zitten knuffelen en lachen. Ze vertelde het aan iedereen, dat hondje was toch zo leuk!

 

Koken was niet echt haar ding. Ze lustte weinig en was er gewoon niet zo heel goed in. Behalve pudding maken dan, dat kon ze wel. Bakken daarentegen, dat was haar ding. Toen ze verhuisden naar Nunspeet kreeg ik haar receptenmapje. Vol met knipsels uit de Margriet of Libelle, de allerhande of zelfs het receptenboekje wat ze ooit eens bij de oven kreeg. Allemaal kleine briefjes met ingrediënten en hoeveelheden. Wat je er vervolgens mee moet doen, hoe lang het in de oven moet en op hoeveel graden ontbreekt in een aantal gevallen. Dat wist ze waarschijnlijk uit haar hoofd. Haar oliebollen was ik nooit zo kapot van, daar deed ze altijd van die groene en rode stukjes in, sukade heet dat geloof ik. Maar haar appelbeignets, heerlijk. Of haar omgekeerde appeltaart.

Koken ben ik ook niet zo goed in al heb ik ondertussen meer leren eten dan kipschnitzels en doperwten. Maar bakken, daar word ook ik heel blij van. Haar bakvormen en recepten, incl. haar deegroller heb ik nu thuis en gebruik ik met trots.

 

De laatste jaren liet haar geheugen haar langzaam maar zeker in de steek. Waar het begon met 3x heen en weer lopen tussen de keuken en de zithoek om te vragen of er suiker in de thee moest, werd het steeds erger en wist ze op een gegeven moment niet meer zeker of ze nou wel of geen medicijnen had genomen. Niet dat ze dat toegaf uiteraard. Klagen deed ze niet aan. Nooit niet. Dus ook dit werd stilzwijgend opgemerkt.

Ergens in die tijd brak opa zijn heup en ging Gezinus of Jeannet vaker met haar mee boodschappen doen. Toen om de 1 of andere reden Gezinus een keer niet kon ben ik met haar mee gegaan. Maar dat ging niet zonder slag of stoot hoor, want ze kon heus nog wel zelf boodschappen doen natuurlijk... Maar toen ik haar belde en vroeg of ze met mij mee wilde omdat ik het zo saai vond om alleen boodschappen te doen en we anders alle 2 alleen moesten, ging ze overstag. Als ze mij daarmee kon helpen... Nou ja, vooruit maar weer.

 

Verhuizen naar Nunspeet vond ze ingewikkeld.

Zo niet moeilijk. Ze was boos en opstandig.

Luisterde slecht en vroeg regelmatig wanneer ze weer terug ging naar Zwolle. Haar veilige omgeving was weg. Alle ingebouwde zekerheden om zich achter te verschuilen vielen weg. Maar ze begon te wennen. Trots liet ze me de bloemen zien waar ze elke dag de dooie bloempjes uithaalde (ik hou niet van die dode bloempjes, dat ziet er niet uit), het aanrecht waar wel eens vaat stond wat ze dan ook direct met de hand ging afwassen (ik hou niet van rotzooi). Elk klein papiertje op de grond werd opgeraapt en iedereen werd vriendelijk gedag gezegd. Stilzitten was er niet bij. Is er nooit bij geweest om eerlijk te zijn. Behalve als Gezinus Albert mee nam. Dan werd ze rustig.

Ze begon te wennen. Eindelijk. En wat ze me maar bleef vertellen was dat die meiden daar zo lief waren, ze zorgden heel goed voor hen.

 

Onze vrouw, moeder en oma.  Nauwelijks 1 meter 60 lang, als ze dat al haalde de laatste jaren, altijd strak in een permanentje, met pakjes in plaats van kleren, een puntige neus die ze maar wat graag overal in stak, een vlijmscherpe tong waarmee ze menigeen van repliek diende en, eerlijk is eerlijk, ook wel eens heerlijk ongepast mee uit de hoek kwam, en een hart van goud. Niet iedereen vond haar leuk, niet iedereen kon haar waarderen, maar voor mij was ze de allerbeste.

Dank je wel voor alles lieve oma. Ik hou van je en ik ga je missen.

Reactie schrijven

Commentaren: 0