Behalve de vaste, logische, excursies hebben we ook in Guardalavaca nog wel het een en ander ondernomen. Zo zijn we op een dag toen het weer een beetje tegenviel, naar Guardalavaca Town gewandeld.
Dit is eigenlijk een verzameling flats met een klein pleintje, dat speciaal voor het personeel van de hotels gebouwd is. We hadden al een paar dagen zin in chips en konden die in het winkelcentrum dat dicht bij het hotel zat, niet vinden. Dus op naar Guardalavaca Town, op zoek naar chips.
Al lopend door het dorpje viel me nogmaals op hoe leuk Cubanen zijn. Hoe ze continue in de weer zijn met een bezem om het stof uit huis te vegen (wat er met dezelfde gang weer in waait), hoe ze naar je zwaaien als je langs loopt en hoe ze volledig op gaan in hun eigen leven en zich totaal niet druk maken om jou. Laten we eerlijk zijn, onze wandeling door het dorp was toch wel een beetje aapjes kijken. Wij wandelen als nuchtere Nederlanders door de straten, staan stil om foto's te maken van hun woningen, van hun auto's en we zwaaien af en toe eens als zij beginnen. En stuk voor stuk blijven ze vriendelijk en lief lachen. Het gaf me een nederig gevoel. Een vervuld gevoel, dat ik ongelooflijk blij was dat ik dit mee mocht maken en dat ik zo even hun leven in kon stappen. Heel bijzonder.
Helaas had het winkeltje daar ook geen chips en gingen we alleen met wat verse mango's van het stalletje langs de kant van de weg, terug naar het hotel. Later ben ik zelf nog terug gegaan toen ik aan het rondfietsen was. Het was die dag wat beter weer, waardoor de geschoten plaatjes er ook net wat zonniger uitzagen. Net even een wat leuker beeld.
Op onze laatste dag realiseerden we ons dat we twee dingen nog niet gedaan hadden, rijden in een koetsje en rijden in een Amerikaanse wagen. Toen we goed naar de paarden keken die de koetsjes voort moesten trekken besloten we al gauw dat niet te willen. De een was nog meer uitgemergeld dan de ander.
Vriendin B. raakte aan de klets met een goed Engels sprekende Cubaan (wat al een wonder op zich is) en vroeg hem of hij niemand wist met een mooie Amerikaanse wagen die ons een tourtje kon geven. Hij belde wat af en had uiteindelijk iemand gevonden. Deze beste meneer sprak geen woord Spaans, snapte geen drol van de route waarvan wij dachten dat de Engels sprekende Cubaan hem uitgelegd had, maar had dan wel weer een prachtige roze wagen waar we in mee mochten. En dat is iets dat je mee gemaakt moet hebben. Het geluid van de auto, de krakkemikkigheid (het begon te regenen en opeens liep er water in de auto vanonder het dashboard), maar toch de allure die zo'n wagen uitstraalt, ik vond het fantastisch.
En zo kwam er zo langzamerhand een einde aan onze vakantie in Cuba.
Hoewel het altijd lekker is om naar huis te gaan, ging ik voor het eerst met een onwijs dubbel gevoel naar huis. Ik wilde eigenlijk helemaal niet weg en kwam tot de conclusie dat ik toch wel een beetje verliefd geworden ben. Op de landschappen, de auto's, de mensen en de gezelligheid die het land uitstraalt.
Wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar!
Reactie schrijven
Vriendinnetje B (dinsdag, 07 februari 2017 16:04)
Hoewel ik toen blij was dat ik weer naar het frisse Nederland mocht, verlang ik nu alweer naar die blotebenenweken. Wat was dat heerlijk zeg... Daar heb ik zelf nog wel 10 dagen dat buffetrestaurant voor over!